Worstel eens met uw omgeving (maar best niet te lang)
De vergunningenproblematiek is acuut. Leg even uw oor te luisteren bij, pak ‘em beet, UBER of een willekeurige gascentrale. Oosterweel, anyone? Het windmolenproject in uw gemeente, of Brussels Airport? Allemaal hebben ze te maken met een van dé megatrends van de laatste 30 jaar in het bedrijfsleven: uw omgeving kijkt meer en meer toe op wat u doet, hoe u het doet, en de impact daarvan. ‘I always feel like, somebody’s watching me. And I have no privacy.’* En, sterker: de omgeving bepaalt mee of uw project effectief gerealiseerd gaat worden, en zo ja, hoe het eruit gaat zien (sic). Denk aan Oosterweel: exit viaduct, enter overkapping.
Dit bestek is te kort, maar in essentie heeft er zich sinds de eeuwwisseling een paradigmawijziging voorgedaan. Tot ongeveer 2010 was het Milton Friedman-credo van kracht: ‘ons bedrijf is een black box, de buitenwereld stopt aan onze fabriekspoort’. Vanaf ongeveer 2010 is het credo: ‘iedereen weet (bijna) alles over ons project en mij’. Het gevolg hiervan is dat ‘iedereen’ een of andere mening over u en uw bedrijf of project heeft. Gewoon negeren toch? Wel, die mening vindt zeer snel zijn weg naar het debat op sociale media. Zo ontstaat er draagvlak voor een bepaalde mening, ook bij reguliere media, en dat beïnvloedt uw reputatie. Vervolgens zijn er ambtenaren en politici die zich deels daarop oriënteren. En zij hakken formeel knopen door voor uw project. Simpel? Te simpel, uiteraard.
Als ondernemer zit u in de cockpit, maar hebt u ook effectief ook alle stakeholders op uw radarscherm? U moet niet alleen de financiën, marketing of HR op orde hebben, ook de omgeving moet gemanaged worden, of beter: betrokken worden in uw management. Daarvoor heeft elk project een stakeholderanalyse nodig, anders komt u geheid in de problemen. Wie zijn de lokale politici aan de knoppen? Is er een buurtcomité? Heeft een bepaalde NGO of lobbygroep interesse of belangen bij uw plannen? Bovendien is dat geen statisch gegeven. Het kan best zijn dat u in de loop van een project met stakeholders te maken krijgt waarvan u nooit eerder had gedroomd. INEOS Project One, bijvoorbeeld, heeft ondertussen te maken met het Nederlandse ‘vzw De Steltkluut’.
U voelt de revolte nu al in uw lijf opwellen, uw bloeddruk stijgen? Verlies er geen tijd mee. Omarm het. Het is het nieuwe normaal. En als u er slim mee omspringt, kan u er zelfs een concurrentieel voordeel uithalen.
Maar is er dan geen verschil tussen een project voor een kolencentrale of een windmolen? Jazeker. Maar we besparen u het aantal beroepen van omwonenden en lokale besturen tegen windmolenprojecten – o ironie: ook natuurverenigingen vechten soms tegen windmolens. Aan de andere kant voel je aan dat er voor sommige projecten nul maatschappelijk draagvlak is, kortom geen License to Operate (LTO). Wie heeft nog iets gehoord van dat idee om schaliegas te gaan winnen in Limburg?
Om door te gaan over windmolens: hier zie je heel duidelijk het onderscheid tussen LTO en het beruchte ‘NIMBY’. Voor groene energie is er een sterk maatschappelijk draagvlak, maar tegen een lokale windmolen is er vaak even sterk protest. De nucleaire industrie daarentegen heeft eerder een LTO-probleem. Beide begrippen bouwen een voorwaardelijkheid in op de ruimte voor bedrijven of ondernemers. LTO is eigenlijk een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde om een project te kunnen realiseren. Want je moet mogelijk ook nog NIMBY overwinnen voor je concrete projectvergunning. Bovendien is LTO geen verworvenheid (‘tick the box’), maar wel een werkwoord. Makkelijker wordt het inderdaad niet. Interessanter soms wel.
Nu u weet wie relevant kan zijn in uw omgeving en welke impact dat kan hebben, is de angstige vraag uiteraard hoe u dat project in hemelsnaam nog gerealiseerd krijgt.
Omarmende groet,
Joris en Joost
Reageer op NIMBY@whyte.be
Volgende keer: Aan de slag met uw project: een externe blik op uw project-design.
(*Rockwell feat. Michael Jackson: ‘Somebody’s watching me’)